Een fietsende campagne is fris en vriendelijk

2022-02-19 FIETSEN 2.JPG
Blog door Webredactie CU Nunspeet
Door Webredactie Nunspeet op 19 februari 2022 om 15:43

Een fietsende campagne is fris en vriendelijk

De ChristenUnie voert campagne op de fiets. Geen plank gas in een blinkende bolide, maar lekker doortrappen. Weer of geen weer. Echt iets voor bikkels, maar prima te doen in de gemeente Nunspeet. Er zijn mooie fietspaden en de afstanden zijn kort. Fietsen is gezond en vriendelijk voor de omgeving. De hemelsblauwe fietsen zijn beschikbaar gesteld door Geniet van Fietsen in Nunspeet. Jennifer Elskamp is er blij mee: “Een fietsende campagne past helemaal bij ons imago: fris en sportief en met hart voor de schepping. Niet alleen op papier, maar ook in de praktijk.”

Ronald van Rumpt van Geniet van Fietsen ziet graag dat zijn fietsen door de gemeente rijden: “Een fiets is een heel comfortabel vervoermiddel. En dat geldt zeker voor een elektrische fiets. Helemaal van deze tijd en hij brengt je op een duurzame manier overal waar je wil zijn.”

Fietsagenda
Fietsen neemt in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie een belangrijke plaats in. Jennifer: “Wij pleiten voor een lokale fietsagenda. Er rijden namelijk steeds meer fietsen door onze gemeente. Van inwoners en toeristen. Dat vraagt om speciaal fietsbeleid. Hoe houden we het veilig op straat?  En waar parkeren we al die fietsen?” De ChristenUnie wil bestaande fietspaden verbreden, zodat veilig woon-werkverkeer op langzame en snelle fietsen zo veel als mogelijk gewaarborgd wordt.

Eerst fietsers en voetgangers
Bij de realisering van nieuwbouw en herinrichting wil de partij de wijk ‘omgekeerd ontwerpen’. Jennifer: “Het begint met de veiligheid van fietsers en voetgangers. Dat is het vertrekpunt. Daarna komt de aandacht voor de ontsluiting voor auto’s.” Het is in de gemeente Nunspeet de hoogste tijd voor een fietsplan. De ChristenUnie wil dat de Fietsersbond daarin meedenkt: “Zij hebben de deskundigheid in huis en kunnen ons verder helpen om een fietsvriendelijke gemeente te worden.”

Labels: