Wol
Wie had gehoopt op een rustige zomer kwam bedrogen uit. Na de lancering van de stikstofkaart van het kabinet is de geest uit de fles. Ineens zijn er voor- en tegenstanders van de boeren (zijn er ook voor- en tegenstanders van huisartsen, leerkrachten, verpleegkundigen, verwarmingsmonteurs?), miljoenen stikstofdeskundigen, verhitte discussies over wat natuur is en wie dat bepaalt, een tegenstelling tussen stad en platteland, omgekeerde vlaggen, bermbranden, landelijke politici en opiniemakers – op zoek naar ophef – die zich opwerpen als aanvoerders van de boerenprotesten maar die geen koe van een varken kunnen onderscheiden, grootverdieners en lobbyisten uit de agrarische sector die hun verdienmodel zien verdwijnen en niet te vergeten heel veel geschreeuw en (om in boerderijtermen te blijven) weinig wol.
Wat doe je dan als plaatselijke ChristenUnie- fractie?
Meeschreeuwen? Direct stelling nemen? Stoere statements maken? Politieke punten scoren? Of even een stap terug doen? Ja, onze partij draagt landelijk verantwoordelijkheid voor het beleid. En wij zien plaatselijk de gevolgen van dit beleid en de emoties die dit oproept. Vanuit dat perspectief zijn we in gesprek gegaan met boeren in onze omgeving. Om te luisteren naar wat er nodig is, waar de pijn zit maar vooral ook wat wij plaatselijk kunnen doen om onze boeren te steunen. Samen met
de fracties van de ChristenUnie in Elburg en Oldebroek hebben we onze landelijke Tweede Kamerfractie gevraagd om een plan te maken voor alle sectoren (niet alleen de boeren), de eenzijdige stikstofkaart van tafel te halen, aan te sluiten bij de kennis en plannen van de provincie Gelderland en zo daadwerkelijk perspectief te bieden aan de boeren. Intimidatie en geweld mogen nooit lonend zijn maar oprechte zorgen zijn het waard gehoord te worden. We zien ook in onze omgeving (en meer nog elders in de wereld) hoe kwetsbaar onze natuur is en wat de gevolgen zijn als we hier onzorgvuldig mee omgaan. Dat vraagt niet alleen iets van de boeren maar van ons allemaal.
En voor of tegen boeren zijn is net zo vreemd als voor of tegen natuur zijn, daar leven we tenslotte dagelijks in.
Als het ergens moet lukken om tegenstellingen te overbruggen dan is het in Nunspeet,dat vraagt wel om minder schreeuwen en meer wol.