Aantal keer gelezen
Wet Maatschappelijke Ondersteuning: een uitdaging ook voor Nunspeet
maandag 01 november 2004 23:57
Bijdrage Jan-Willem Dollekamp namens gemeenteraadsfractie ChristenUnie tijdens de politieke avond op 1 november 2004
Bijdrage Jan-Willem Dollekamp namens gemeenteraadsfractie ChristenUnie tijdens de politieke avond op 1 november 2004
Dames en heren,
De huiver voor de door het kabinet voorgestelde Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is groot, niet in de laatste plaats bij mensen die zelf zorg, begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Zij zijn bang om straks een deel van hun wettelijke recht op zorg te verliezen. Ook vrezen ze willekeur van gemeenten die straks de WMO moeten gaan uitvoeren. Wordt het straks thuiszorg of gaat het geld op aan lantarenpalen. Wordt Ermelo straks een zorgparadijs voor chronisch zieken, terwijl Nunspeet zijn geld liever inzet om meer toeristen te trekken? Als fractie delen wij die zorg.
Toch vinden wij dat het met de WMO niet enkel kommer en kwel is. We gaan dus niet zover als sommige anderen om de WMO helemaal van tafel te schuiven. Er zijn ook kansen. De WMO doet een beroep op eigen verantwoordelijkheid van mensen en is gericht op betrokkenheid van mensen op elkaar. Beleidsvrijheid voor gemeenten kan daarbij als een uitdaging worden gezien. Er ontstaan mogelijkheden om lokaal een goed samenhangend aanbod van zorg en welzijn te organiseren ten behoeve van inwoners die ondersteuning nodig hebben. Meer verantwoording naar gemeenteraad, naar burgers en vergelijking van dienstverlening tussen gemeenten kunnen bijdragen aan doelgerichter beleid.
De WMO stelt ons voor een uitdaging: we moeten weer leren elkaar te ondersteunen, voor elkaar te zorgen. Dat is een christelijk uitgangspunt. Voor sommigen zal dit misschien idealistisch klinken, maar ik houd mij dan maar vast aan de constatering van Erik Dannenberg die ons vanavond heeft voorgehouden dat zorg in veel gevallen ook uit idealistische motieven en initiatieven is ontstaan. In ons eigen dorp zijn daar trouwens veel hedendaagse voorbeelden van aan te wijzen. Wij hebben er daarom vertrouwen in dat invoering van de WMO in Nunspeet niet leidt tot verschraling van dienstverlening, mits de randvoorwaarden goed zijn geregeld.
Zo moeten alle betrokkenen voldoende tijd krijgen om nieuwe taken op te pakken. Invoering in 2006, terwijl de wetstekst nog moet worden geschreven, lijkt dan onhaalbaar. Zorgvuldigheid is vereist: we willen geen Wet Maatschappelijke Ontwrichting. In het feit dat wij sceptisch staan tegenover het invoeringstraject staan wij niet alleen. In de media heeft u kunnen lezen dat een ruime meerderheid in de Tweede Kamer invoering op korte termijn te riskant vindt. Er is veel te zeggen voor een stapsgewijze invoering. Voordeel van zo’n stapsgewijze invoering zou zijn dat met name chronisch zieken, gehandicapten en ouderen niet de dupe worden van een te vroege invoering. De gevolgen van de WMO moeten niet onderschat worden. We spreken immers over een aanzienlijk deel van de gemeentebegroting.
Naast een zorgvuldig invoeringstraject, dienen gemeenten ook de beschikking te krijgen over instrumenten om de nieuwe taken goed uit te kunnen voeren. Dat vereist in elk geval voldoende financiële middelen om aanbieders van zorg en welzijn in Nunspeet in staat te stellen om hun ondersteunende rol waar te maken. Ook is een invoeringsbudget nodig om de WMO vanaf het begin goed te kunnen organiseren. Verder hebben gemeenten voldoende bevoegdheden nodig om tot werkbare afspraken te komen met belangrijke partners als zorgverzekeraars, aanbieders en vragers van zorg en welzijn en woningcorporaties. Eerdere ervaringen van gemeenten met de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) en met indicatiestelling voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) stellen op beide punten – financiën en bevoegdheden – niet gerust.
Ondanks de in beginsel positieve benadering van de WMO zien wij dus wel degelijk ook grote knelpunten. Het gaat dan niet alleen over ontbrekende randvoorwaarden. Ook wil het kabinet volgens de ChristenUnie ten onrechte van twee walletjes eten. Enerzijds moeten we allemaal een bijdrage leveren in de vorm van mantelzorg, burenhulp en vrijwilligerswerk, anderzijds wordt verwacht dat iedereen betaald werk verricht. Dat wringt. Daardoor krijgt eigen verantwoordelijkheid al snel de klank van zelfredzaamheid: ieder voor zich. In de christelijk-sociale traditie waarin de ChristenUnie staat gaat het echter ook om dienstbaarheid aan elkaar. Landelijk maakt de ChristenUnie zich daarom sterk voor een fiscale regeling waarbij de combinatie van zorg en werk niet automatisch in het voordeel uitvalt van betaalde arbeid. Als de WMO er komt, zullen wij lokaal goed moeten letten op de samenhang met de Wet Werk en Bijstand.
Wat gaat de ChristenUnie in de gemeenteraad van Nunspeet na vanavond concreet doen? Wij willen niet afwachten tot de WMO er is. We willen als fractie graag nu al in gesprek gaan met belanghebbenden om straks goede kaders voor uitvoering van de WMO in Nunspeet vast te kunnen stellen. Als fractie zullen we die belanghebbenden de komende tijd daarom actief opzoeken. Daartoe rekenen wij ook zeker de diaconieën van de plaatselijke kerken.
Ten slotte. De gemeente kan zelf geen samenleving creëren waarin mensen elkaar ondersteunen en voor elkaar zorgen. Wel kan zij daar ruimte voor scheppen. Het hart van de zorg klopt bij leden van ouderenbonden, personeel en vrijwilligers van zorginstellingen en welzijnsorganisaties, leden van kerken en patiëntenverenigingen en in gezinnen. Wij roepen hen op om met ons de uitdaging van de WMO op te pakken. Denk met ons mee hoe de gemeente maatschappelijke ondersteuning kan organiseren zodat inwoners van Nunspeet – ook als ze daar niet zelf in kunnen voorzien – ook in de toekomst de zorg krijgen die nodig is!
Dames en heren,
De huiver voor de door het kabinet voorgestelde Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is groot, niet in de laatste plaats bij mensen die zelf zorg, begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Zij zijn bang om straks een deel van hun wettelijke recht op zorg te verliezen. Ook vrezen ze willekeur van gemeenten die straks de WMO moeten gaan uitvoeren. Wordt het straks thuiszorg of gaat het geld op aan lantarenpalen. Wordt Ermelo straks een zorgparadijs voor chronisch zieken, terwijl Nunspeet zijn geld liever inzet om meer toeristen te trekken? Als fractie delen wij die zorg.
Toch vinden wij dat het met de WMO niet enkel kommer en kwel is. We gaan dus niet zover als sommige anderen om de WMO helemaal van tafel te schuiven. Er zijn ook kansen. De WMO doet een beroep op eigen verantwoordelijkheid van mensen en is gericht op betrokkenheid van mensen op elkaar. Beleidsvrijheid voor gemeenten kan daarbij als een uitdaging worden gezien. Er ontstaan mogelijkheden om lokaal een goed samenhangend aanbod van zorg en welzijn te organiseren ten behoeve van inwoners die ondersteuning nodig hebben. Meer verantwoording naar gemeenteraad, naar burgers en vergelijking van dienstverlening tussen gemeenten kunnen bijdragen aan doelgerichter beleid.
De WMO stelt ons voor een uitdaging: we moeten weer leren elkaar te ondersteunen, voor elkaar te zorgen. Dat is een christelijk uitgangspunt. Voor sommigen zal dit misschien idealistisch klinken, maar ik houd mij dan maar vast aan de constatering van Erik Dannenberg die ons vanavond heeft voorgehouden dat zorg in veel gevallen ook uit idealistische motieven en initiatieven is ontstaan. In ons eigen dorp zijn daar trouwens veel hedendaagse voorbeelden van aan te wijzen. Wij hebben er daarom vertrouwen in dat invoering van de WMO in Nunspeet niet leidt tot verschraling van dienstverlening, mits de randvoorwaarden goed zijn geregeld.
Zo moeten alle betrokkenen voldoende tijd krijgen om nieuwe taken op te pakken. Invoering in 2006, terwijl de wetstekst nog moet worden geschreven, lijkt dan onhaalbaar. Zorgvuldigheid is vereist: we willen geen Wet Maatschappelijke Ontwrichting. In het feit dat wij sceptisch staan tegenover het invoeringstraject staan wij niet alleen. In de media heeft u kunnen lezen dat een ruime meerderheid in de Tweede Kamer invoering op korte termijn te riskant vindt. Er is veel te zeggen voor een stapsgewijze invoering. Voordeel van zo’n stapsgewijze invoering zou zijn dat met name chronisch zieken, gehandicapten en ouderen niet de dupe worden van een te vroege invoering. De gevolgen van de WMO moeten niet onderschat worden. We spreken immers over een aanzienlijk deel van de gemeentebegroting.
Naast een zorgvuldig invoeringstraject, dienen gemeenten ook de beschikking te krijgen over instrumenten om de nieuwe taken goed uit te kunnen voeren. Dat vereist in elk geval voldoende financiële middelen om aanbieders van zorg en welzijn in Nunspeet in staat te stellen om hun ondersteunende rol waar te maken. Ook is een invoeringsbudget nodig om de WMO vanaf het begin goed te kunnen organiseren. Verder hebben gemeenten voldoende bevoegdheden nodig om tot werkbare afspraken te komen met belangrijke partners als zorgverzekeraars, aanbieders en vragers van zorg en welzijn en woningcorporaties. Eerdere ervaringen van gemeenten met de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) en met indicatiestelling voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) stellen op beide punten – financiën en bevoegdheden – niet gerust.
Ondanks de in beginsel positieve benadering van de WMO zien wij dus wel degelijk ook grote knelpunten. Het gaat dan niet alleen over ontbrekende randvoorwaarden. Ook wil het kabinet volgens de ChristenUnie ten onrechte van twee walletjes eten. Enerzijds moeten we allemaal een bijdrage leveren in de vorm van mantelzorg, burenhulp en vrijwilligerswerk, anderzijds wordt verwacht dat iedereen betaald werk verricht. Dat wringt. Daardoor krijgt eigen verantwoordelijkheid al snel de klank van zelfredzaamheid: ieder voor zich. In de christelijk-sociale traditie waarin de ChristenUnie staat gaat het echter ook om dienstbaarheid aan elkaar. Landelijk maakt de ChristenUnie zich daarom sterk voor een fiscale regeling waarbij de combinatie van zorg en werk niet automatisch in het voordeel uitvalt van betaalde arbeid. Als de WMO er komt, zullen wij lokaal goed moeten letten op de samenhang met de Wet Werk en Bijstand.
Wat gaat de ChristenUnie in de gemeenteraad van Nunspeet na vanavond concreet doen? Wij willen niet afwachten tot de WMO er is. We willen als fractie graag nu al in gesprek gaan met belanghebbenden om straks goede kaders voor uitvoering van de WMO in Nunspeet vast te kunnen stellen. Als fractie zullen we die belanghebbenden de komende tijd daarom actief opzoeken. Daartoe rekenen wij ook zeker de diaconieën van de plaatselijke kerken.
Ten slotte. De gemeente kan zelf geen samenleving creëren waarin mensen elkaar ondersteunen en voor elkaar zorgen. Wel kan zij daar ruimte voor scheppen. Het hart van de zorg klopt bij leden van ouderenbonden, personeel en vrijwilligers van zorginstellingen en welzijnsorganisaties, leden van kerken en patiëntenverenigingen en in gezinnen. Wij roepen hen op om met ons de uitdaging van de WMO op te pakken. Denk met ons mee hoe de gemeente maatschappelijke ondersteuning kan organiseren zodat inwoners van Nunspeet – ook als ze daar niet zelf in kunnen voorzien – ook in de toekomst de zorg krijgen die nodig is!